-
1 op tienjarige leeftijd
op tienjarige leeftijdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op tienjarige leeftijd
-
2 age
n. leeftijd; periode; generatie--------v. ouder wordenage1[ eedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be your age! • doe niet kinderachtig!be/come of age • meerderjarig zijn/wordenlook one's age • er zo oud uitzien als men iswhat is your age? • hoe oud ben je?at the age of ten • op tienjarige leeftijdin his (old) age • op zijn oude dagten years of age • tien jaar oudbe of an age to do something • oud genoeg zijn om iets te doenunder age • minderjarig, te jonghis back was bent with age • zijn rug was krom van ouderdomyou've been ages • je bent vreselijk lang weggebleven¶ age of consent • meerderjarigheid; leeftijd 〈 vooral van meisje〉 waarop je met iemand naar bed mag————————age2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen verouderen, oud(er) maken -
3 at the age of ten
at the age of ten -
4 preteen
adj. van voor tienjarige leeftijd (slang)--------n. jongen/meisje voor zijn/haar tiende jaar (slang) -
5 tienjarig
♦voorbeelden:1 een tienjarig bestaan vieren/herdenken • celebrate/commemorate a decennial/tenth anniversaryop tienjarige leeftijd • at the age of ten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский